Gewone regenworm, grote blauwkopworm of dauwpier
Zoologische naam
Lumbricus terrestris
Familie
Regenwormen (Lumbricidae)
Oorsprong/distributie
Europa, en als invasieve soort ook in sommige Noord-Amerikaanse gebieden (bron).
Habitats
Weilanden, dammen, parken en tuinen. De gewone regenworm leeft in de bodem en graaft diepe tunnels.
Grootte en gewicht
Volwassen regenwormen kunnen meer dan 30 centimeter lang worden.
Levensverwachting
Tot 8 jaar
Voeding
Verdorde en stervende plantendelen.
Regenwormen in de tuin
De gewone regenworm en aanverwante wormen beluchten en bemesten de grond. Hun uitwerpselen bevatten stikstof, dat voor veel planten van levensbelang is. Om hen in staat te stellen de bodem voor ons te verbeteren, hebben ze voedsel nodig. Daarom mag de tuin niet klinisch schoon worden gehouden.
Het is goed als de tuin dicht bij de natuur wordt aangelegd. Zonder kunstmest, pesticiden en fungiciden. Gebruik in plaats daarvan wilde vaste planten en niet spitten. Dode plantendelen zoals bladeren mogen in de bedden blijven liggen.
