Slakken

Hier kunt u Nederlandse huisjesslakken, landnaaktslakken en waterslakken determineren.

Wat zijn slakken?

Slakken zijn ongewervelde dieren die behoren tot de weekdieren (Mollusca).

Sommige, maar niet alle slakken dragen een exoskelet, een slakkenhuis. Ze trekken zich terug in deze schelp in geval van gevaar. Maar ook om droge periodes of de winter ongeschonden te overleven.

Slakken hebben zich aangepast aan verschillende habitats. Niet alle soorten leven op het land. Ze komen ook voor in zoet, zout en brak water.

Sommige bootslakken (Neritidae) bewonen zoetwaterstromen, maar hebben brak water of zeewater nodig voor de ontwikkeling van hun larven. Als ze volgroeid zijn, keren ze terug naar de stromen. Net als zalm, alleen is hun migratie veel minder opvallend.

Afhankelijk van hun habitat ademen slakken met kieuwen, longen of beide organen. Tot de waterslakken behoren ook soorten die met longen ademen. Hierdoor kunnen ze zuurstofarme wateren koloniseren.

Er zijn veel hermafrodieten onder de slakken, waarvan sommige jongen kunnen voortbrengen. Er zijn echter ook apart geslachtelijke soorten die met elkaar moeten paren.

Voortplanting vindt plaats door het leggen van eieren of door levende geboorte. Zo is de inheemse stompe moerasslak (Viviparus viviparus) levendbarend.

Dat niet alle slakken hetzelfde zijn, blijkt ook uit hun dieet. Veel soorten eten stervende of verse planten, maar ook aas. Bovendien eten ze de eieren van andere slakkensoorten, zoals de tijgerslak (Limax maximus) zou doen. Hij zou de eieren van de Spaanse wegslak (Arion vulgaris) eten.

Er zijn echter ook vleesetende soorten, zoals de slaketing slak (Clea helena), die populair is in de aquaristiek. Deze slak kan levende slakken eten. Men moet echter niet verwachten dat het een aquarium vrij van slakken houdt.