Sommige hommels van het geslacht Bombus kunnen zo op elkaar lijken dat ze op foto’s niet van elkaar te onderscheiden zijn. Deze uitspraak heeft betrekking op Bombus lucorum (veldhommel), Bombus terrestris (aardhommel), Bombus cryptarum (wilgenhommel) en Bombus magnus (grote veldhommel).
De gele dwarsbanden van de veldhommel zouden lichter zijn dan die van de aardhommel, waar ze meer naar oranje of goud neigen. Dit is echter geen betrouwbaar onderscheidend kenmerk, omdat de strepen ook kunnen vervagen bij oudere werknemers.
Met zoveel moeten en kunnen zal ik me in dit artikel beperken tot het laten zien van foto’s van deze insecten die zo belangrijk zijn voor de natuur en onze landbouw.

Het geslacht Bombus
Het geslacht Bombus behoort tot de familie van de Apidae (bijen en hommels). De hommels en aardhommels zijn dus nauw verwant aan honingbijen en veel wilde bijen. En niet zo nauw aan wespen en mieren.
Van de ongeveer 250 Bombus soorten zouden er ongeveer 70 inheems zijn in Europa en 31 daarvan in Nederland (bron).
Tuinhommel (Bombus hortorum)

De tuinhommel lijkt op de hierboven genoemde hommels, maar is er gemakkelijk van te onderscheiden. Er zitten twee gele strepen op zijn voorlijf en het begin van het achterlijf is ook geel gekleurd.
Planten populair bij de aardhommel, grote veldhommel, veldhommel en wilgenhommel
Tuinhibiscus (Hibiscus syriacus)
Hibiscus syriacus is een populaire sierheester die oorspronkelijk uit China en Taiwan komt. Hij bloeit van juli tot september en individuele bloeiende exemplaren zijn te zien tot in oktober.
Kruisdistel (Eryngium giganteum)
De kruisdistel behoort tot de schermbloemenfamilie en is verwant aan venkel, wortel en peterselie. De tweejarige plant kan tot een meter hoog worden en toont zijn bloeiwijzen, die op sommige distels lijken, van juni tot augustus.
Beklierde kogeldistel (Echinops sphaerocephalus)
De beklierde kogeldistel heeft een magnetisch effect op veel hommels en kan tot twee meter hoog worden. Hij komt van nature voor in een groot deel van Azië en Europa, maar niet in Nederland (bron).
Veeldoornige distel (Carduus acanthoides)
De veeldoornse distel groeit tweejarig en kan meer dan een meter hoog worden. Deze plant, die nauw verwant is aan de artisjok, komt ook veel voor in stedelijke gebieden.
Valse acacia (Robinia pseudoacacia)
Robinia komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika en arriveerde in Europa als sierplant, waar hij zich in sommige regio’s kan vestigen. De witte zygomorfe bloemen verschijnen in mei en juni. Hij kan tot 30 meter hoog worden.
Slangenkruid (Echium vulgare)
De bloemblaadjes van Echium vulgare verkleuren van roze naar blauw. Dit is om de bestuivende insecten aan te geven welke bloemen nog stuifmeel of nectar voor ze bevatten.
Sterrenlook (Allium cristophii)
Sterrenlook laat zijn bladeren en bloemen alleen in mei en juni zien. De rest van het jaar is het een bladloze bol. Hij kan tot 50 centimeter hoog worden en zaait zichzelf graag uit in de tuin.
Juffertje-in-het-groen (Nigella damascena)
Het juffertje-in-het-groen behoort tot de boterbloemenfamilie en is nauw verwant aan de zwarte komijn (Nigella sativa). Hij wordt gewaardeerd als eenjarige tuinbloem en is verkrijgbaar met blauwe, roze of witte bloemen.